Wat is de betekenis van droogkomiek?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

droogkomiek

droogkomiek - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die komische dingen zegt zonder uit de gewone spreektoon te vallen droogkomiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. komische dingen zeggend zonder uit de gewone spreektoon te vallen Woordherkomst samenstelling van droog en komiek Verwante begrippen droogkloot

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

droogkomiek

iem. wat sonder self te lag grappige dinge sê.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Droogkomiek

bn., komische dingen zeggend zonder uit de gewone spreektoon te vallen; ook als zn.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

droogkomiek

I. m. -en (iem., die, quasi onbewust, ernstig grappig-leuke dingen zegt of doet): Dorbeen was een —; II. bn., bw. (1 van personen: de eigenschap van een droogkomiek hebbend; 2 van opmerkingen enz.: quasi-ernstig, maar grappig-leuk): 1. de -e heer Dorbeen; 2. dat was erg —; — opmerken.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

droogkomiek

1. bn. en bw. blijkbaar onverschillig en onbewust komiek: iets opmerken. 2. m. (-en) hij die, blijkbaar onverschillig en onbewust, komiek is.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Droogkomiek

bn., komische dingen zeggend zonder uit de gewone spreektoon te vallen; ook als zn.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)