Wat is de betekenis van driezijdig?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Driezijdig

bn., met drie zijden: een driezijdig prisma.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

driezijdig

driezijdig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met, of aan drie kanten, belangen, partijen etc; Een huis met een driezijdige erker. Woordherkomst Samenstellende afleiding van drie en zijde met het achtervoegsel -ig Synoniemen trilateraal Verwante begrippen eenzijdig, tweezij...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Driezijdig

adj., trijekant(ich).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

driezijdig

bn. met drie zijden: een -e piramide.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Driezijdig

bn., met drie zijden: een driezijdig prisma.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Driezijdig

DRIEZIJDIG, bn. met drie zijden een driezijdig prisma.