Wat is de betekenis van draaglijk?

draaglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat verdragen kan worden Woordherkomst afgeleid van draag (stam van het werkwoord dragen) met het achtervoegsel -lijk Antoniemen ondraaglijk

draaglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: draag-lijk 1. je kunt het wel doorstaan ♢ vandaag is de hitte wel draaglijk 2. niet erg zwaar ♢ deze lasten zijn wel draaglijk voor hem Bi...

adj., draechlik.

...

bn. bw. (-er, -st), 1. te verdragen: de koude is draaglijk; — van personen en hun humeur : niet bepaald hinderlijk; — van geldelijke lasten: niet overmatig zwaar; 2. zo dat men er genoegen mee kan nemen, tamelijk, vrijwel: hoe is 't met de zieke? nogal draaglijk ; hij zingt en tekent draaglijk.

bn., bw. (kunnende verdragen worden, te verdragen, te verduren, te lijden; tamelijk): een -e pijn; — schrijven.

('dra:lək) bn. en bw. (-er, -st) 1. te dragen : een -e pijn, koude, belasting. Syn. duldbaar, verdraaglijk. Tgst. → ondraaglijk. 2. tamelijk : ‘t is nogal met de zieke.

bn. en bw. (-er, -st), 1. te verdragen: de koude is draaglijk; van personen en hun humeur: niet bepaald hinderlijk; van geldelijke lasten: niet overmatig zwaar; 2. zo dat men er genoegen mee kan nemen, tamelijk, vrij wel: hoe is het met de zieke? nogal draaglijk; hij zingt en tekent draaglijk.

...