Wat is de betekenis van dotterbloem?

v. (-en), boterblosmachtige waterplant (Caltha palustris), ook grote boterbloem, waterboterbloern geheten.

dotterbloem - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Caltha palustris een plant met vrij grote gele bloemen die veel aan de slootkant voorkomt Woordherkomst samenstelling van dotter en bloem Verwante begrippen gele dotterbloem, gewone dotterbloem

(Caltha palüstris). Forse boterbloem-achtige plant met grote gele bloemen en niervormige bladeren. Plant van vochtige graslanden, sterk zoutmijdend. Hoewel elders in Nederland algemeen, komt zij in Zeeland slechts op een beperkt aantal plaatsen voor. Bekend uit de duinen van Schouwen en het Zeeuwsvlaamse grensgebied.

Zij siert met haar grote, gele bloemen in de lente moerassige weiden en waterkanten. Vanwege de helgele kleur wordt ze dotter-(= dooier)bloem genoemd.

(Caltha palustris, Fr. djerreblom) Vroeger algemeen in laag, vochtig wei- en hooiland. Door gewijzigde waterbeheersing sterk achteruitgegaan.

(Fr.: djerreblom). Ranonkelachtige plant. Vooral in het laagveengebied, maar ook in deO. helft der prov. en hier en daar op de eilanden. In 1929 werd door de heer en mevr. KoopmansForstmann het ontbreken van de D. in het westen der prov. vastgesteld. Op de klei ten zuiden van Sneek werden enkele voorposten aangetroffen bij de meren. De vindplaats h...

Caltha palustris L., fam. Ranunculaceae. Bekende plant van waterkanten met grote, gele bloemen en sappige, nier- tot hartvormige bladeren. de kroon ontbreekt, maar de 5 kelkbladen zijn gekleurd en nemen hun rol over. De plant mijdt zilte gronden. Bloeitijd: April-Mei.

s., djerre-, djirreblom.

(Caltha palustris), plant uit de Ranonkelfamilie*. Forse, lage plant met grote glanzendgroene bladeren en grote schitterend gele bloemen, die geen bloemkroon bezitten.