Dopheide
v., soort van heide met dop vormige bloempjes (Erica tetralix), ook dopjesheide, fijne heide en bezemheide genoemd.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., soort van heide met dop vormige bloempjes (Erica tetralix), ook dopjesheide, fijne heide en bezemheide genoemd.
Wiktionary (2019)
dopheide - Zelfstandignaamwoord 1. een geslacht van planten uit de heidefamilie (Ericaceae) ♢ Vroege vogels. Live vanuit de Schaapskooi in Ommen onder andere aandacht voor de jeneverbes en verdwenen schapenrassen. Herder Teun Heuver en boswachter Sipko Sikkes vertellen over de Lemelerberg, een 200.000 jaar ou...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Fink (1998)
De plant van de herfst verzekert oudere mensen van een rustige tijd, jongere mensen eerder van het spoedige einde van een op zich gunstige ontwikkeling. Vaak symboliseert de dopheide echter ook het uithoudingsvermogen, waarmee men tegenstanders aan het lijntje kan houden, totdat ze het vanzelf opgeven. Is de dopheide verwelkt, dan moet vermoedelijk...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
(Fr.: skrobberheide). Plant. In het Drentse district op vochtige heidevelden en in hoogveen. Hier en daar (Eernewoude, Veenwouden) in overgangsveen. Ook op de eilanden (Schiermonnikoog weinig). Op Terschelling twee D.-soorten, misschien met oorlogsmateriaal aangevoerd.
Veerman (1954)
ir een vertegenwoordiger van het gesl. Erica, dat voorn, in Z. Afr. thuis hoort en waarvan enkele soorten, o.m. E.tetralix L., de d., in Eur. voorkomen. Deze soort groeit op vochtige heidevelden en is in haar voorkomen strikt gebonden aan de nabijheid van de Atlantische kusten van Eng., ierl., Spanje, Frankr., België, Ned., N.W. Duitsl., Denem...
Winkler Prins (1949)
(Erica tetralix), plantje uit de Heidekruidfamilie. Bladeren in kransen van 4, met sterk omgekrulde rand. Bloempjes (tot 12 bijeen), aan de top van de stengels, overhangend, roserood, zelden wit. Hei, moerassen, duinen.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
of Erica L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Ericaceeën of Heideachtigen. Het onderscheidt zich door een 4-bladige kelk, die korter is dan de klok- of buisvormige, 4-lobbige, blijvende bloemkroon. Het zijn heestertjes met smalle, min of meer naaldvormige bladen, 8 meeldraden per bloem en met een bovens...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: