Wat is de betekenis van Doornig?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doornig

adj., toarnich.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doornig

bn. (-er, -st), met doornen bezet: een doornig gewas; (fig.) een doornig (levens)pad, met veel verdriet, vele moeilijkheden.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doornig

bn. (met doornen bezet): een -e rozetak; fig. een — levenspad, met veel verdriet, tegenspoeden, moeielijkheden.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doornig

('do:rnəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. met doornen bezet: een -e plant. 2. smartvol: een (levens)pad.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doornig

bn. (-er, -st), met doornen bezet: een doornig gewas; (fig.) een doornig (levens)pad, met veel verdriet, vele moeilijkheden.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

doornig

doornig, - dampig, nevelig.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doornig

DOORNIG, bn. (-er, -st), met doornen bezet: een doornig gewas; — (fig.) een doornig (levens)pad, met veel verdriet, vele moeilijkheden.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten