Doorloopend
DOORLOOPEND, bn. en bw. niet afgebroken, steeds voortgaand: een doorloopend verhaal; een doorloopende rekening; doorloopend krediet (de klemtoon wisselt, doch valt meest op ’t werkw.); een doorloopend bewijs van toegang, steeds geldig; — een doorloopend abonnement, voor een geheel seizoen, een geheel jaar enz.; — een doorloopende...