Wat is de betekenis van DOOPLEERLING?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doopleerling

m. (-en), catechumeen.

2025-07-16
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

DOOPLEERLING

zie Catechumenen.

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Doopleerling

➝ Catechumeen.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doopleerling

('do:p) m. (-en) katechumeen.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doopleerling

m. (-en), iemand die zich voorbereidt op de doop, zie catechumenaat.

Gerelateerde zoekopdrachten