Wat is de betekenis van Doodschouw?

2024-04-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Doodschouw

het onderzoek waarbij de arts het overlijden vaststelt. Direct na het intreden hiervan bestaan nog slechts de waarschijnlijkheidstekenen, zoals daling van de lichaamstemperatuur, verdwijnen van de polsslag, uitdrogen van het hoornvlies, ademstilstand. Aangezien een aantal hiervan ook bij toestanden van schijndood aanwezig kan zijn, is altijd enige...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doodschouw

v., het constateren van de dood en de oorzaken er van door een daartoe bevoegd persoon.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doodschouw

v. (het schouwen van doden inz. van zelfmoordenaars of verongelukten, en het schriftelijk vaststellen van de dood en de oorzaak er van): dokter A. heeft de —.

2024-04-29
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Doodschouw

Ambtelijke vaststelling van den dood met het doel te voldoen aan de bepaling der Wet, waarbij verboden is, een vergunning tot begraven af te geven, zonder bewijs van overlijden. Gemeentebesturen benoemen een arts voor het verrichten van doodschouw bij personen, die zonder geneeskundige behandeling zijn overleden.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doodschouw

m. lijkschouwing, het constateren van de dood en de oorzaken ervan door een daartoe bevoegd persoon.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doodschouw

DOODSCHOUW, v. het schriftelijk constateeren van den dood en deszelfs oorzaken; (w. g.) het w. w. doodschouwen.

Gerelateerde zoekopdrachten