Wat is de betekenis van dompel?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dompel

dompel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dompelen ♢ Ik dompel 2. gebiedende wijs van dompelen dompel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dompelen dompel je?

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dompel

gedompel, heeltemal insteek; laat versink in (ellende).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dompel

na. (Z.-N. het sukkelen): op de — zijn.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dompel

Het begrip dompel heeft 2 verschillende betekenissen: 1. dompel - DOMPEL, m. (Zuidn.) op den dompel zijn, geraken, aan den sukkel zijn, geraken, zie dompelen. 2. dompel - DOMPEL, o. mengsel van kalk, fijngehakt werft en jarakolie om scheepsnaden te stoppen.