Wat is de betekenis van Doft?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doft

v. (-en), ook DOCHT, roeibank ; (gew.) zitplank in een wagen.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doft

doft - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doffen ♢ Jij doft 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doffen ♢ Hij doft 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van doffen doft!

2025-07-17
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Doft

ieder op zijn eigen marine-uitdr. met de bet. ‘iedereen moet zelf maar zien dat hij er komt. Doft is de benaming voor een zitbank in een roeisloep. Zelfde bet. in de uitdr. opzijn oude doft zijn‘in zijn schik, knollentuin zijn’.

2025-07-17
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Doft

Doft - zitplank in een open boot. Dient als zitplaats voor roeiers en vormt tevens een dwarsverband. Soms wordt de mast in een doft gevoerd; dan spreekt men van zeil- of mastdoft.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Doft

(Barg.) knap, netjes, dog, hond

2025-07-17
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

doft

knap, netjes. Dofte flep, goede papieren.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doft

v. -en (roeibank); zie docht.

2025-07-17
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Doft

roeibank.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Doft

Zitbank in een roeiboot.