Wat is de betekenis van Doener?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doener

doener - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die -bij voorkeur- doet, eerder dan praat of denkt Hij werd als een echte doener gewaardeerd. Woordherkomst afgeleid van doen met het achtervoegsel -er

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Doener

Doener - iemand die actief bezig is met iets. Willem is op voetbalgebied natuurlijk een hele snelle denker en doener. Nieuwe Revu, 17-08-94 Er wordt eindeloos gebabbeld en overlegd en er rest weinig ruimte voor doeners en mensen met visie. Elsevier, 04-04-97

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doener

m. (-s), alleen in samenst.: boosdoener, kwaaddoener, weldoener, dooddoener.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doener

m. (-s), alleen in samenst.: boosdoener, dooddoener enz.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doener

DOENER, m. (-s), vgl. boosdoener, kwaaddoener, weldoener, dooddoener.