dirken
(1936) (Barg. en stud.) zich ontlasten; zijn gevoeg doen. Afgeleid van de 17e eeuwse uitdrukking ‘doen wat Dirk deed’. • Mot je daarvoor een militaire patrouille in het geweer late komme ? Als je „dirreke" wil, is dat jouw zaak, maar stel je batterij dan asjeblieft een beetje verdekter op hè. (Fr. Van de...