dinkelen
(1906) (Barg.) op roof gaan. • Dinkelen: zie tippelen. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Of anders: misschien ligt daar wel 'n zeeman te slapen tegen 't bootwerkershuisje aan, dien ze kunnen benosselen. Er valt op de markt wel 's op de meeluk te peezen... En zoo niet, dan den boer maar weer op, om buiten &...