Dijkschouw
De inspectie van een dijk door degenen, die met het toezicht op de dijk belast zijn, waarbij wordt nagegaan of de dijk aan de eisen van onderhoud voldoet, welke daaraan gesteld worden.
Veerman (1954)
De inspectie van een dijk door degenen, die met het toezicht op de dijk belast zijn, waarbij wordt nagegaan of de dijk aan de eisen van onderhoud voldoet, welke daaraan gesteld worden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
het in ogenschouw nemen van de dijken door waterschapsfunctionarissen, ten einde onderhoudsverplichtingen te controleren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m., het inspecteren van de dijk door de dijkgraaf met heemraden. Vroeger kon men bij de dijkschouw zonodig ter plaatse recht doen. De gewone dijkschouw vond vroeger driemaal in het jaar plaats, tegenwoordig tweemaal.
J.H. van Dale (1898)
DIJKSCHOUW, m. of DIJKSCHOUWING, v. (-en), onderzoek, inspectie der dijken. DIJKSCHOUWER, m. (-s), dijkopzichter.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: