Wat is de betekenis van dierenarts?

academisch gediplomeerd diergeneeskundige. iemand die op grond van een academische opleiding bevoegd is de diergeneeskunde te beoefenen. Voorbeelden: Het veterinair tuchtrecht is geregeld in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (WUD). Deze wet heeft betrekking op dierenartsen en op de zogenaamde paraveterinaire beroep...

dierenarts - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) (beroep) arts voor dieren, met name kleine huisdieren Woordherkomst samenstelling van dier en arts met het invoegsel -en- Verwante begrippen veterinair, paardenarts, veearts

dierenarts - zelfstandig naamwoord uitspraak: die-ren-arts 1. dokter voor huisdieren ♢ we gaan met de poes naar de dierenarts Zelfstandig naamwoord: die-ren-arts de dierenarts de dierena...

dierenarts - Zij die diergeneeskunde uitoefenen.

een arts die zich gespecialiseerd heeft op de behandeling van ziekten van dieren en wel in het bijzonder van huisdieren. Zij houden, wanneer zij een functie bekleden bij de veeartsenijkundige dienst, toezicht op het naleven van de verschillende wetten, o.a. op de bestrijding van besmettelijke ziekten (zie epidemieën onder dieren); voorts hebbe...

Persoon, die op grond van de bepalingen van de wet bevoegd is de diergeneeskundige praktijk uit te oefenen. De opleiding tot d. geschiedt in Ned. uitsluitend aan de veeartsenijkundige (6e) faculteit der Rijksuniversiteit te Utrecht, in België aan de veeartsenijscholen te Kuregem en Gent.

...

m.

m. -en (veearts).