Wat is de betekenis van Dezerzijds?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dezerzijds

I. bw., van deze zijde, van de zijde van de sprekende, of zo even genoemde persoon; II. bn., van deze zijde geschiedend: geen bezoeken kunnen worden afgewacht dan na dezerzijdse oproeping.

2025-07-16
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

dezerzijds

1. ik; 2. wij.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dezerzijds

('de:zәr) bn. en bw. van deze zijde (komend, geschiedend).

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dezerzijds

1. bw., van deze zijde, van de zijde van de sprekende, of zoëven genoemde persoon; 2. bn., van deze zijde geschiedend: geen bezoeken kunnen worden af gewacht dan na dezerzijdse oproeping.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dezerzijds

DEZERZIJDS, bw. van deze zijde, van de zijde van den sprekenden, of zoo even genoemden persoon.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten