Wat is de betekenis van Dévorer?

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Dévorer

I. verslinden, verzwelgen, verscheuren, verkwisten; opschrokken, opvreten, verteren, kwellen; ver-, opkroppen, inhouden; dévorer l'espace, afstanden verslinden (doorvliegen); II. vreten.

Gerelateerde zoekopdrachten