deviëren
deviëren - Werkwoord 1. afwijken (van een regel, norm, standaard, route, richting etc.) Woordherkomst afgeleid van het Franse dévier ((met het voorvoegsel de-) en met het achtervoegsel -eren)
Wiktionary (2019)
deviëren - Werkwoord 1. afwijken (van een regel, norm, standaard, route, richting etc.) Woordherkomst afgeleid van het Franse dévier ((met het voorvoegsel de-) en met het achtervoegsel -eren)
Michel Uyen
Hij had de bal in eigen doel gedevieerd (van richting veranderd, vgl. dévié en abgefälscht).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Walter De Clerck (1981)
Inz. in de sportt.: van richting (doen) veranderen; - m.betr.t. het verkeer: omleggen. H. heeft de bal kunnen deviëren, BRT-uitzending 10/2/1980.
Jozef Verschueren (1930)
(‘e:rən) (devieerde, is gedevieerd) [Lat. de, van... af + via, weg] van de rechte, goede weg afwijken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: