Wat is de betekenis van delver?

2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

delver

(de, -s), iemand die als beroep graafwerkzaamheden verricht, i.h.b. grafdelver. De lijsten, in het Advertentieblad van de Republiek Suriname gepubliceerd, geven naam en functie der ontslagenen. De functies lopen van delver, schoonmaakster en roeier tot stafambtenaar (WS 9-6-1984). Etym.: AN d. = iemand die delft, graaft. Zie ook= delverneger, kuilg...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Delver

s., doller, dolder.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

delver

m. -s (graver): goud-.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

delver

('delvər) m. (-s) hij die →delft.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Delver

m. (-s), graver.