dellebel
(1931) (scheldw.) variant op del en lellebel: ordinaire, slechte of slonzige vrouw, slet. In het Middelnederlands had 'del' al de betekenis hoer. • Hoe dikwijls heeft zij zelf niet op Linda gescholden, en gezegd dat zij een stom varken was, een dellebel. (Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 41. 1931) &bull...