Wat is de betekenis van declamator?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Declamator

(Lat.), m. (-en), (beroeps)voordrager.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

declamator

declamator - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die declameert, een voordrachtskunstenaar Woordherkomst Naamwoord van handeling van declameren met het achtervoegsel -ator Verwante begrippen manneelijke vorm van declamatrice

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Declamator

[Lat.] voordrachtskunstenaar.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Declamator

(deklamator) voordrachtskunstenaar; verzenzegger

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Declamator

(beroeps) voordrager.

2025-07-16
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dēclāmātŏr

ōris, m. redekunstenaar, declamator, leraar in de welsprekendheid.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

declamator

(Lat.) m. (kunstmatig) voordrager; (ook:) hoogdravend redenaar.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

declamator

m. -s, declamato'ren (Lat.) kunstmatig spreker, voordrager; zegger, voordrachtkunstenaar; ongunstig: iem., die met pathos, gezwollen spreekt).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Declamator

[Lat.], m. (-s, -en), (beroeps-)voordrager.