Wat is de betekenis van de broek aan hebben?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

de broek aan hebben

de baas zijn. het voor het zeggen hebben, meestal binnen een huishouden of een relatie. Voorbeelden: Zo ook mannen die je dan vraagt eens mee naar de kroeg te gaan maar dan zegt: nee doe maar niet, dat vindt mijn vrouw/vriendin niet goed. Op de vraag of zij dan ook niet mee kan gaan zegt hij dat ze het niet leuk vindt. Kortom, zij he...

2024-04-26
Lexicon Nederlandstalige gezegden

Wikiquote (2020)

De broek aan hebben

de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben

2024-04-26
Spreekwoordenboek

Ed van Eeden (2017)

De broek aan hebben

Mijn vader speelt nogal eens op, maar mijn moeder is degene die bij ons thuis de broek aan heeft: mijn moeder is bij ons de baas in huis.

2024-04-26
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

De broek aan hebben

de baas in huis zijn, gezegd van een vrouw die zich het gezag aanmatigt dat eigenlijk aan de man, de drager van de broek als kenmerkend kledingstuk, toekomt (vgl. het vroegere broeken, de mannen, tegenover doeken, de vrouwen, zoals in: waar broeken zijn betalen geen doeken). In de 16de eeuw reeds kende men de broek (willen) dragen, behouden, enz.,...

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

De broek aan hebben

de baas in huis zijn, gezegd van een vrouw die zich het gezag aanmatigt dat eigenlijk aan de man, de drager van de broek als kenmerkend kledingstuk, toekomt (vgl. het vroegere broeken, de mannen, tegenover doeken, de vrouwen, zoals in: waar broeken zijn betalen geen doeken). In de 16de eeuw reeds kende men de broek (willen) dragen, behouden, enz.,...