Wat is de betekenis van darren?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

darren

(19e eeuw) (vnl. Amsterdam, inf.) zwerven; bedrijvig rondlopen; wachten. Maar ook: sarren, treiteren. 'Laat je niet darren.' • Die zure limoen, die mij an 'n Jomkippoer achter de toonbank laat darren om God te verzoeken, raakt er zijn gal toch niet mee kwijt als-ik nóg een rijksdaalder méér van die zeeman afneem. (Bernard...

2024-04-30
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Darren

Engelse naam van onzekere herkomst, mogelijk van een familienaam. De Amerikaanse acteur Darren McGavin was mogelijk de eerste naamdrager.

2024-04-30
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Darren

zie bijen.

2024-04-30
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Darren

opzettelijk, onnodig laten wachten; laat hem maar darren; vandaar in de Nederlandse volkstaal, sarren, tarten, lopen wachten; Middelhoogduits derren, Nieuwhoogduits dürren.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Darren

(Barg.) sarren, tarten

2024-04-30
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Darren

eesten, mouten, drogen.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Darren

(darde, heeft gedard), (boeven- en volkst.) 1. sarren, tarten; 2. wachten ; 3. zwerven.

2024-04-30
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

darren

sarren; tarten. Laat je niet darren.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Darren

(darde, heeft gedard), 1. sarren, tarten; 2. (lopen) wachten; 3. zwerven.