Wat is de betekenis van dancing?

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

dancing

(zelfstandig naamwoord) [alg.] danstent, danszaal, dansgelegenheid - In danszalen werd toen echt niet meer gestijldanst. Elke danstent in de buurt draaide ruige muziek.

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dancing

dancing - Zelfstandignaamwoord 1. een gelegenheid waar men kan dansen     ♢ De dancing was gisteravond gesloten. Woordherkomst pseudo-Engels

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dancing

dancing - zelfstandig naamwoord uitspraak: den-sing 1. plaats waar je kunt dansen op muziek ♢ Quincy en Maaike gaan vanavond naar de dancing Zelfstandig naamwoord: den-sing de dancing de...

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dancing

dansgelegenheid

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dancing

danslokaal

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Dancing

danslokaal, -gelegenheid.

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Dancing

gedans, dans.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dancing

(Eng.), m. (-s), dansgelegenheid.