Wat is de betekenis van Damsluis?

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

DAMSLUIS

Sluis op de Fr.-Drentse grens tussen Opsterlandse Compagnonsvaart en Wittewijk.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Damsluis

v. (...sluizen), 1. sluis in een dam; sluis dienende tot afdamming van enig water om dit te kunnen opstuwen en desgewenst het land te kunnen inunderen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

damsluis

v. (...sluizen) 1. sluis in een dam. 2. sluis tot afdamming van het water dat men wil doen overstromen.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Damsluis

Damsluis, sluis tot afdamming en opstuwing van het water, zooals ze zijn aangebouwd voor militaire inundatiën, b.v. in den Krommen en den Vaartschen Rijn bij Utrecht, zie DAM.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Damsluis

v./m. (-sluizen), 1. sluis in een dam; 2. sluis die dient tot afdamming van enig water om desgewenst het land te kunnen inunderen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Damsluis

DAMSLUIS, v. (...sluizen), sluis in een dam; — sluis dienende tot afdamming van eenig water, met het oog om het water te kunnen opstuwen en het land te kunnen inundeeren; — penantsluis.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)