Wat is de betekenis van damesfiets?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

damesfiets

1) (2004) (straattaal) klein compact pistool. • Murat gebruikte daarbij een Ladykiller, een klein compact pistool. 'Een damesfiets', in het jargon van Riza en Oktay. (NRC Handelsblad, 06/03/2004) 2) (1991) (inf.) lesbienne. • (Hanneke Kunst & Xandra Schutte: Lesbiaans. Lexicon van de Lesbotaal. 1991) &bu...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

damesfiets

damesfiets - Zelfstandignaamwoord 1. fiets die geen horizontale stang heeft zodat dames met rokken hier ook op plaats kunnen nemen Woordherkomst samenstelling van dame en fiets met het invoegsel -s- Antoniemen herenfiets

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

damesfiets

(de; -en) - fiets zonder fiets-stang voor dames

2024-04-29
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Damesfiets

Damesfiets - lesbienne.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Damesfiets

s., frouljusfyts.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Damesfiets

v. (-en), fiets van bijzonder model, voor dames bestemd.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

damesfiets

v. -en (rijwiel ingericht voor dames).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

damesfiets

m. en v. (-en) fiets voor dames.