daken
daken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dak
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Wordt gebruikt voor de overdekkingen van de buitenkant van gebouwen of andere constructies, inclusief het dakwerk en het geraamte daarvan. (AAT-Ned)
M. J. Koenen's (1937)
daakte, h. gedaakt (Z.-N. 1 zich vasthechten aan; 2 raken): 1 ijs, dat op het water niet daakt, heet kuipijs; 2 -de en rakende aan al wat mensengeest bezig hield; hij scheen niet aan de grond te -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: