Wat is de betekenis van daken?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

daken

daken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dak

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

daken

Wordt gebruikt voor de overdekkingen van de buitenkant van gebouwen of andere constructies, inclusief het dakwerk en het geraamte daarvan. (AAT-Ned)

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

daken

daakte, h. gedaakt (Z.-N. 1 zich vasthechten aan; 2 raken): 1 ijs, dat op het water niet daakt, heet kuipijs; 2 -de en rakende aan al wat mensengeest bezig hield; hij scheen niet aan de grond te -.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)