Wat is de betekenis van Dagwijzer?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dagwijzer

m. (-s), boekje, blaadje, werktuigje dat de dagtekening aantoont; almanak, agenda.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dagwijzer

('dach) m. (-s) 1. Algm. boekje, blaadje, werktuigje dat de datum aanwijst. 2. Inz. almanak, agenda.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dagwijzer

m. (-s), boekje, blaadje, instrumentje dat de dagtekening aantoont; almanak, agenda.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dagwijzer

DAGWIJZER, m. (-s). boekje, blaadje, werktuigje dat de dagteekening aantoont; almanak, agenda.