Wat is de betekenis van dagloner?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dagloner

dagloner - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) een arbeider die per dag werd betaald en die met name in de land- en tuinbouw werkte     ♢ Een ZZP'er of iemand met een nul-uren contract is de moderne dagloner. Woordherkomst afgeleid van dagloon met het achtervoegsel -er Verwante begrippen...

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Dagloner

een arbeider die zijn loon per dag krijgt uitbetaald. Onder de landarbeiders worden nog wel dagloners gevonden, dagpauwoog, zie pauwoog.

2024-04-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Dagloner

Plaatselijke benaming voor losse arbeider; iemand die per dag betaald wordt.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dagloner

s., deihierarbeider, deihiersman; —s, deihiersfolk (it).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dagloner

m. (-s).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dagloner

m. -s ([dag]arbeider, die voor dagloon arbeidt).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dagloner

('dach) m. (-s) werkman die per dag betaald wordt. Syn. → arbeider.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dagloner

m. (-s), iemand die voor een dagloon werkt, m.n. als landarbeider.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)