Wat is de betekenis van dagdief?

...

m. (...dieven), die zijn tijd verluiert, inz. als werkman bij een ander in dienst.

dagdief - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die niets doet in plaats van te werken     ♢ Er is hier geen plaats voor dagdieven. dagdief - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagdieven     * Ik dagdief 2. gebiedende wijs van dagdieven  ...

iemand die tijdens het werk luiert. Een kluchtspel uit 1684 had als titel ‘De dagdief’. Wel, ge hebt niets gedaan; maar ge zijt een leêgganger, een dagdief! Wat kan ik met zulken knecht verrigten? (Eugeen Zetternam, Mijnheer Luchtervelde, 1848)

lui werkman.

m. -dieven (iem., die zijn tijd verluiert).

('dag) m. (...dieven) luierende werkman.

m. (-dieven), iemand die zijn tijd verluiert, m.n. als werknemer bij een ander in dienst.

DAGDIEF, m. (...dieven), die zijn tijd verluiert, luie werkman.