Daemonorrhops / Daemonorops
Daemonórrhops / Daemónorops Bl. [C. L. Blume], - van Gr. daimôn (daimŏnos), tweederangsgodheid, goede of booze geest, demon, duivel; rhôps, struikgewas: duivelachtige heester. De naam zinspeelt op de tallooze scherpe stekels.