Wat is de betekenis van Daarzijn?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Daarzijn

DAARZIJN, o. (germ.) het bestaan, het leven wien zijn wij het daarzijn verschuldigd ?; gedurende mijn daarzijn, aanwezigheid aldaar.

Gerelateerde zoekopdrachten