Wat is de betekenis van conus?

Het begrip conus heeft 2 verschillende betekenissen: 1) kegelvormige figuur. meetkundige figuur met de vorm van een kegel; kegelvormige figuur. 2) kegelvormig voorwerp. voorwerp of onderdeel van iets met de vorm van een kegel.

conus - Zelfstandignaamwoord 1. kegel, kegelvormig voorwerp     ♢ een luidspreker heeft een conus die de lucht in trilling brengt

[Lat., van Gr. koonos= denneappel] kegel (als wiskundig lichaam).

gebruikelijke anatomische benaming voor kegelvormige delen; bijv. conus elasticus: een deel van het strottenhoofd waar coniotomie (zie laryngotomie) kan geschieden, conus medullaris is het spitse onderste eind van het ruggemerg, keratoconus, zie conofthalmus.

i, m. kegel (ook aan een helm).

(1), kegel. Ook het gedeelte van een kogellager waar de kogels over rollen; (2) geslacht van slakken uit warme streken; kegelvormige schelp. Bezitten giftklieren, die ook bij mensen hevige ontstekingen kunnen veroorzaken.

conus, kegel.

(< Gr. = kegel). Kegel.

Conus - 1° (wisk.) andere benaming voor kegel. 2° (Dierk.) Een zeer bekende gastropoda-soort, die ook aan onze kusten veelvuldig voorkomt. C. is bekend van Krijt tot Recent. Zie verder ➝ Kegelslak.