contractus
contráctus (-a, -um), - van Lat. contrahĕre (van con, samen; trahĕre, trekken), samentrekken: samengetrokken, dicht.
Dr. C. A. Backer (1936)
contráctus (-a, -um), - van Lat. contrahĕre (van con, samen; trahĕre, trekken), samentrekken: samengetrokken, dicht.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. p. adi. samengetrokken.| overdr., smaller of nauwer gemaakt, beperkt, nauw, smal; (van de tijd) beperkt, kort; (van de stem en de toon) kort (tegenover „gerekt”); (van de rede) beknopt; (van toestanden) krap, bekrompen; (van personen) in zich zelf gekeerd, stil, ook = zich bekrimpend (in zijn huishouden). 2. contractŭs, ūs, m. het sa...
Stephanus Axters (1937)
Verbintenis, overeenkomst, kontrakt, verdrag. Contractus absolutus, Volstrekt verdrag. Contractus accessorius, Bijkomende overeenkomst, BELLEFROID 86. Contractus ad diem, Datum bepalend kontrakt. Contractus aleatorius, Kansverdrag, toevalsverdrag. Contractus bilateralis, Tweezijdig verdrag, wederzijdsch kontrakt....
Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)
Contractus - contract, overeenkomst, van dien aard, dat overtreding of niet-naleving ervan grond oplevert tot eene rechtsvordering, wat bij een pactum of afspraak in den regel niet het geval is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: