continuüm
continuüm - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) doorlopend, aaneensluitend geheel binnen de scoop waarin wordt waargenomen Woordherkomst (met het voorvoegsel con-)
Wiktionary (2019)
continuüm - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) doorlopend, aaneensluitend geheel binnen de scoop waarin wordt waargenomen Woordherkomst (met het voorvoegsel con-)
Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)
De reeks van gemeten waarden van een verschijnsel of van grootheden die niet of nog niet in getallen zijn uit te drukken betreffende een verschijnsel, liggend tussen twee uiterste waarden of grootheden, waarbij het mogelijk blijft in de rangschikking van de reeds geplaatste waarden of grootheden telkens nieuwe tussen te voegen. Als dit tussenvoegen...
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(Lat.; neutr. v. continuus = samenhangend; continu). Samenhangend geheel (niet uit afzonderlijke deeltjes bestaande) ; ook gebruikt als naam voor een ruimte van meer dan drie dimensies.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
noemt men in de wiskunde de verzameling van alle reële getallen, eveneens elke samenhangende gesloten verzameling.
Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)
(< Lat. continuus = samenhangend; onmiddellijk op elkaar volgend; < continere = samenhouden). Wat continu is. Door G. Cantor (1845—1918) ingevoerd als naam van de verzameling van alle reële getallen.
Stephanus Axters (1937)
Samenhoudend wezen, onverdeeld wezen (Tgd CONTIGUUM, Belendend). Continua s(u)nt quorum ultima sunt unum, S. THOMAS, COMM. IN VI PHYSIC. LECT. I, N° 2, Samenhangende dingen zijn die waarvan de uitersten één zijn. — Continuum fluens, Samenhoudend wezen met op elkaar volgende deelen. Continuum successiv...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Continuüm - (wisk.) heet iedere ➝ gesloten puntverzameling eener twee- of meerdimensionale ruimte, welke zich niet laat opvatten als de som van twee eveneens gesloten puntverzamelingen, die geen enkel punt gemeen hebben. Het arithmetisch c. is de verzameling van alle reëele getallen. Het is onmogelijk haar elementen één-&eac...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Lat.], o., 1. een continu spectrum, of het continue gedeelte van een spectrum; 2. een samenhangende topologische ruimte. natuurkunde. Het continuüm van een -spectrum is dat gedeelte waar absorptie of emissie optreedt in een breed golflengtegebied, dit in tegenstelling tot absorptie of emissie die optreedt in nauwe golflengtegebiedjes bij ee...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: