contestor
dep. (1), tot getuige roepen, deos hominesque, Cic.; praegn., contestari deos, ut etc., de goden bezweren, dat toch enz., Caes. | in ’t bijz., litem, een proces door oproeping der getuigen inleiden, aanhangig maken, Cic., ook passief, contestata lite, Cic.; overdr., contestata virtus, beproefd, Cic.