Wat is de betekenis van Constructor?

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Constructor

bouwer, maker; scheepouwmeester.

2025-07-16
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Constructor

adj. bouwend; m. bouwmeester, maker, bouwer.

Gerelateerde zoekopdrachten