constructief (konstruktief)
bn. en bw., 1. betrekking hebbend op de of een constructie, daartoe behorend: constructieve details, delen; ook: in overeenstemming met, beantwoordend aan de eisen van de constructie; 2. opbouwend, vormend: constructieve oordelen; constructieve ideeën, waarmee men iets doen kan, bruikbare; te werk gaan; 3. tekenen, met liniaal en passer.