Wat is de betekenis van constrictor?

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

constrictor

Het begrip constrictor heeft 2 verschillende betekenissen: 1) wurgslang. slang die zijn prooi wurgt. Tot de constrictors behoren boa's en pythons. 2) beschermingsnet tegen granaten. van supervezel vervaardigd net, dat bevestigd wordt aan of opgesteld wordt in de buurt van een militair object met de bedoeling afgeschoten g...

2025-07-16
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

constrictor

van supervezel vervaardigd net, dat bevestigd wordt aan of opgesteld wordt in de buurt van een militair object met de bedoeling afgeschoten granaten van een bepaald type op te vangen en onschadelijk te maken; granaatwurger, wurgnet Onderzoekers van TNO hebben een speciaal visnet ontwikkeld dat antitankgranaten opvangt en onschadelijk maakt [...]. T...

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Constrictor

sluitspier

2025-07-16
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Constrictor

Lat. voor sluitspier.

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Constrictor

1 sluitspier; 2 boa constrictor: reuzenslang.

2025-07-16
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

constrictor

kringspier, snoerend instrument; constriction strictuur, samensnoering, bandgevoel.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

constrictor

(Lat.) m. sluitspier.

2025-07-16
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Constrictor

samensnoerder, benaming voor spieren, waarvan de samentrekking lichaamsholten of -openingen vernauwt of sluit; zie Musculus.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Constríctor

samensnoerder, benaming voor spieren, waarvan de samentrekking lichaamsholten of -openingen vernauwt of sluit; zie Musculus.