Wat is de betekenis van confisqueren?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

confisqueren

confisqueren - Werkwoord 1. (ov) (juridisch) van staatswege in beslag nemen De grove winsten van de drugshandelaar werden geconfisqueerd. Woordherkomst afgeleid van het Franse confisquer (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren) Synoniemen verbeurdverklaren

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Confisqueren

[Fr. confisquer, van Lat. confiscare, van con-, z.a., zie fiscus] gerechtelijk in beslag nemen, verbeurdverklaren.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Confisqueren

(konfiskeren) verbeurdverklaren; in beslag nemen

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Confisqueren

gerechtelijk in beslag nemen; verbeurd verklaren

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Confisqueren

(confisqueerde, heeft geconfisqueerd), (<Fr.-Lat.), gerechtelijk in beslag nemen, verbeurdverklaren; aanbalen (sluikgoederen).

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

confisqueren

gerechtelijk intrekken; verbeurd verklaren, in beslag nemen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

confisqueren

geconfisqueerd (Fr. [Lat. confiscare v. fiscus]: gerechtelijk in-beslagnemen; verbeurdverklaren [ten voordele van de schatkist]). (qu = k).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Confisqueren

(confisqueerde, heeft geconfisqueerd), gerechtelijk in beslag nemen, verbeurdverklaren; aanhalen (smokkelwaar).