Wat is de betekenis van conditie?

(19e eeuw) (Vlaanderen) achterste. Volgens Van Dale een gewestelijke vervorming van kont. • Hij viel op z'n conditie. (P.J. Cornelissen & J.-B. Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch Dialect. 4 delen. 1899-1906) • (Jaap Engelsman, Joep Kruijsen, Ewoud Sanders & Rob Tempelaars: Taal als levenswerk. Aspecten van de N...

conditie - Zelfstandignaamwoord 1. gezondheidstoestand ♢ Het komt niet alleen aan op je lichamelijke conditie, geestelijk is het ook erg belastend. ♢ Ik ben bezig mijn conditie op te vijzelen. 2. voorwaarde ♢ In de overeen...

conditie - zelfstandig naamwoord uitspraak: con-diet-sie 1. lichamelijke toestand, uithoudingsvermogen ♢ Koeman is in een goede conditie 2. wat je in ruil voor iets anders doet ♢ ik ga mee, maar...

Conditie - 'in goede conditie zijn': in vorm zijn, in staat om goede prestaties te leveren. Zowel de geestelijke als de lichamelijke toestand van de renner is hierbij belangrijk.

(vertaling van Fr. (être en) condition (de, chez quelqu’un)), interne dienstbetrekking: Ik breek m’n heele huishouë op, ik gaan in een conditie, DE HAAN 8.

(de) SP - toestand uit een oog punt van wat iem. presteren kan op sportgebied: in een goede conditie steken, in vorm zijn, fysiek en/of mentaal

(de) SP - toestand uit een oogpunt van wat iem. presteren kan op sportgebied .

Trainingstoestand van de sporter; het totaal van alle prestatiebepalende fysieke kwaliteiten en het benutten van deze kwaliteiten met behulp van persoonlijke eigenschappen en mentaliteit.

Achterste. Volgens Van Dale een gewestelijke vervorming van kont. Bij Cornelissen en Vervliet lezen we: ‘Hij viel op z’n conditie.’