Concomitant
[Fr., van Lat. concomitare = begeleiden, van comitare, van com-, z.a., en ire, itum = gaan; zie comte] begeleidend.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr., van Lat. concomitare = begeleiden, van comitare, van com-, z.a., en ire, itum = gaan; zie comte] begeleidend.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)
(< Lat. con; comitari = begeleiden; < comes — metgezel). Lett. Begeleider. Verzamelnaam voor invarianten, covarianten en contra varianten. De naam is ingevoerd door Sylvester (1814—1897).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr.], bn. samengaand, medewerkend: concomitante verschijnselen, bijverschijnselen bij ziekte.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: