Wat is de betekenis van Columbiaan?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Columbiaan

m. (...ianen), inwoner van Columbia..

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Columbiaan

(kolumbi'a:n) m. (...bianen) inwoner man afkomstig van → Columbia.