Wat is de betekenis van collaps?

(<Lat.), m., instorting, plotselinge verzwakking van het hart, vooral bij zware acute ziekten.

Het begrip collaps heeft 4 verschillende betekenissen: 1) kortdurende bewusteloosheid. kortdurende bewusteloosheid als gevolg van een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Ook wel in toepassing op aanvallen van flauwte met gedeeltelijk bewustzijnsverlies en andere symptomen als hoofdpijn, duizeligheid, zweten en bloeddrukdaling, of i...

collaps - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) flauwvallen Woordherkomst van het Latijnse 'collapsus', verl. deelw. van collabi (met het voorvoegsel col-)

[Lat. collapsio = het samen neerstorten, van col-labi = ineen-storten; labi = wegglijden, wegzinken] ineenstorting; (med.) plotselinge stoornis in een of andere organische functie (bijv. hart-collaps).[i] [/i]

ineenstorting; plotselinge hartverzwakking

Instorting, flauwvallen.

plotselinge flauwte ten gevolge van een stoornis van de bloedsomloop. Oorzaken zijn hartaanval, bloedverlies, trombose, embolie, vergiftigingen, ernstige infecties. Deze toestand kan voorbijgaan, doch kan ook dodelijk zijn. Daarom moet men direct de dokter waarschuwen!

stagnatie van de bloedsomloop bij beschadiging van de voor het leven belangrijke centra in de hersenen, bij afnemen van de kracht van het hart of te kort in de bloedtoevoer. Patiënt is moe, slap, bewusteloos en heeft ingevallen ogen, zweet op het voorhoofd, koude handen en voeten, oppervlakkige ademhaling, kleine versnelde pols. Treedt op na...

flauwte, verlaging van het bewustzijn. Treedt op tengevolge van een kortdurende bloedeloosheid of een tekort aan zuurstofrijk bloed in de hersenen door een plotselinge daling van de bloeddruk.