Wat is de betekenis van closet?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

closet

closet - Zelfstandignaamwoord 1. toilet

2024-04-30
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Closet

Zie ‘Toilet.’

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Closet

[Eng. closet = (privé-)kamertje, bijv. voor studie, privé-gesprekken e.d.; in het Eng. níet wc, die heet water-closet; closet van OFr. clore, van Lat. claudere, clausum = sluiten] afk. van watercloset, wc.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Closet

(kloset) toilet

2024-04-30
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

closet

(de, -s), (uitspr. E: klos’set), WC. Wanneer ik groot wordt en als ik werk, dan bouw ik geen huis met gaatjes, maar een huis met moderne Bruynzeel-planken en closet en douche erin (Doelwijt 1971: 8). Etym.: In AN is de E uitspr. veroud.; men zegt nu closet’. Samenst. ook: closetzitting (winkelierstaal; men zegt: bril), closetdeksel e.d.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Closet

o., kabinet; W.C.

2024-04-30
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Closet

I kamertje, kabinet; studeerkamer; (muur)kast; II opsluiten.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Closet

(<Eng.), o. (-s), heimelijk gemak, bestekamer, inz. een die van waterspoeling voorzien is; ook wel die waterspoeling.