Wat is de betekenis van Classicaal?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Classicaal

bn., van een classis, daarop betr. hebbende: het classicaal bestuur; de classicale vergadering; — zie verder KLASSIKAAL.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Classicaal

de classis (z.a.) betreffend.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Classicaal

(klassikaal) betrekking hebbend op een classis

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Classicaal

(Prot.), de classis betreffende; overigens z klassikaal.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

classicaal

de classis betreffende.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

classicaal

bn., bw. (Lat. classicalis: op de classis betrekking hebbende); Hervormde kerk: het classicaal bestuur, bestuur ener classis.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

classicaal

enz. → klassicaal enz.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

classicaal

classicaal - wat een ,, classis” (zie aldaar) betreft. „Classicaal onderwijs”: zie „klassikaal”.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Classicaal

CLASSICAAL, bn. (Herv. Kerk) classicaal bestuur, het bestuur eener classis; de classicale vergadering; zie KLASSIKAAL.