Wat is de betekenis van City?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

city

city - Zelfstandignaamwoord 1. stadscentrum Woordherkomst van het Engels

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

city

city - zelfstandig naamwoord uitspraak: sit-tie 1. het centrum van de stad ♢ we hebben gewinkeld in de city Zelfstandig naamwoord: sit-tie de city

2024-04-25
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

City

City - Roepnaam voor wijk in Londen waar veel banken en andere financiële instellingen gevestigd zijn. Het is een gebied vlak bij St Paul’s kathedraal en niet groter dan twee vierkante kilometer.

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

City

[Eng., van Lat. civitas] stad; de City, bep. gedeelte van de Londense binnenstad (zaken- en kantorenwijk).

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

City

binnenstad

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

City

stad in Engeland, vooral de binnenstad, de handelswijk

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

City

(grote) stad; the City, de oude stad, handelswijk .

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

City

(Eng.), v., eig. stad, in ’t bijz. de oude stad van Londen als zakencentrum; vand. dergelijke centra in andere grote steden waar vnl. winkels en zakenpanden zijn; — (geldh.) de Londense geldmarkt.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

City

(Eng., van Fr. cité, Lat. civitate), Engelse benaming voor binnenstad, zakencentrum, speciaal van Londen. C.-bag, bijzondere vorm van reiskoffertje.