Wat is de betekenis van chirurgie?

chirurgie - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) de wetenschap van en de vaardigheid in het opereren Synoniemen heelkunde Verwante begrippen chirurg

chirurgie - zelfstandig naamwoord uitspraak: chi-rur-gie 1. afdeling die operaties uitvoert ♢ voor een blindedarmoperatie moet je naar chirurgie Zelfstandig naamwoord: chi-rur-gie de chirurgie

Medisch specialisme waarbij operaties worden uitgevoerd (uitspraak: sjie-rur-ZJIE, sjie-rur-GIE). Degene die dit vak uitoefent heet ‘chirurg’. Dat komt van het Griekse woord voor ‘handwerk’ (cheir-urg) en dat klopt wel. Hoewel, soms zit de chirurg met de hand niet aan een mes, maar aan… een joystick die een robot bestuurt. De robot houdt het mes va...

[Fr., van Gr. cheirourgia = beoefening van handwerk of kunst, spec. heelkunde, de heelkunde zelf, van cheir = hand, en ergon = werk; vgl. Ned. chirurgijn en Eng. surgery] heelkunde door operatief ingrijpen.

operatieve geneeskunde

chirurgie - Het uitvoeren van handmatige of operatieve ingrepen om ziektes, verwondingen en afwijkingen te behandelen.

heelkunde, operatieleer; houdt zich in de eerste plaats bezig met verwondingen en verder met alle behandelingsmethoden die met mechanische ingrepen ziekten of ziekelijke toestanden bestrijden.

heelkunde, snykunde.

heelkunde