chipcard
(zelfstandig naamwoord) [ict] betaalkaart; gegevenskaart - De zorgverzekeraar geeft een gegevenskaart aan iedereen die een chronische ziekte heeft.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [ict] betaalkaart; gegevenskaart - De zorgverzekeraar geeft een gegevenskaart aan iedereen die een chronische ziekte heeft.
Wiktionary (2019)
chipcard - Zelfstandignaamwoord 1. (financieel) (informatica) chipkaart Woordherkomst Samenstelling van chip (Engels: schijfje) en card
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
chipcard - Elektronisch betaalmiddel van banken in Nederland. Op de chipkaart staan diverse gegevens genoteerd en de klant kan er bijvoorbeeld in winkels mee betalen.
NIMA (1993)
Plastic kaart met een geheugen dat kan worden gelezen en beschreven. Klantgegevens (zoals transacties) kunnen op de kaart zelf worden geactualiseerd en de status van de klant kan op elektronische wijze van de kaart worden afgelezen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: